Demissionair minister Paul wil geen nieuwe eisen stellen die een (hoger) basisniveau van onderwijshuisvesting garanderen voor alle schoolgebouwen ongeacht bouwjaar. Dit vraagt om nieuwe wet- en regelgeving en zou in één klap een groot aantal bestaande schoolgebouwen een onvoldoende geven. Dat blijkt uit de voortgangsbrief onderwijshuisvesting.
De PO-Raad is teleurgesteld omdat de minister eerdere adviezen terzijde schuift en het de slechte staat van veel schoolgebouwen benadrukt. Scholen snakken naar een gezond en functioneel gebouw met een goed binnenklimaat. Dit resulteert in een hoger leerrendement en minder verzuim.
Programmatische aanpak voor verbetering en versnelling bouw of renovatie
Het ministerie werkt samen met de VNG en de sectorraden in het Programma Onderwijshuisvesting. Dit programma bevindt zich in de startfase en wordt uitgevoerd door Invest-NL en Ruimte-OK. De programmatische aanpak moet standaardisatie, kennisuitwisseling en professionaliteit in de sector bevorderen, zodat niet elk bouwproject afzonderlijk uitgedacht hoeft te worden. Hierdoor zijn er kortere doorlooptijden mogelijk. Daarnaast is er een innovatieprogramma dat zich richt op product- en procesinnovatie om kwalitatief beter, sneller en kostenefficiënter te bouwen of renoveren.
Zorgplicht gezond binnenklimaat uit wetsvoorstel
De minister schrapt op advies van het Adviescollege Toetsing Regeldruk de zorgplicht van scholen voor een gezond binnenklimaat uit het wetsvoorstel onderwijshuisvesting. De plicht voegt te weinig toe aan al geldende wetgeving en het resultaat kan op meerdere manieren behaald worden, aldus demissionair minister Paul. De brief impliceert dat het een te dure keuze zou zijn om het wettelijk minimum ten aanzien van het binnenklimaat te verhogen. Daarmee wordt de zorgplicht voor een gezond binnenklimaat onuitvoerbaar. Het wetsvoorstel wordt waarschijnlijk later dit jaar aan de Tweede Kamer voorgelegd.
Oormerken van onderwijshuisvestingsmiddelen
In de voortgangsbrief reageert demissionair minister Paul ook op een motie van Doğukan Ergin (DENK) om te verkennen of het oormerken van de huisvestingsmiddelen voor verbetering kan zorgen. Volgens de minister vraagt om een onwenselijke stelselwijziging. Hierbij beroept ze zich op een voorbehoud dat in het interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) in 2021 wordt gemaakt. Hierin staat dat eerst het bestaande stelsel moet worden geoptimaliseerd voordat er wordt overgegaan op een fundamentele stelselwijziging.
Bron: website PO-Raad